Kasteel van Huizingen
Vlaams-Brabant Vlaams Gewest Belgium
manor, mansion
Kasteel van Huizingen
Vlaams-Brabant Vlaams Gewest Belgium
manor, mansion
Historisch waterkasteel, gelegen in een riant landschapspark uit de 19de eeuw met een alpiene tuin uit 1958
Historisch waterkasteel, gelegen in een riant landschapspark uit de 19de eeuw met een alpiene tuin uit 1958
Previous names
Kasteel van Huizingen, Kasteel van Huizingen, Kasteel van Huizingen
Description
Historisch waterkasteel, gelegen in een riant landschapspark uit de 19de eeuw met een alpiene tuin uit 1958. Het geheel kreeg zijn huidig uitzicht door toedoen van Albert Vaucamps vanaf 1875. Anno 2016 is de Provincie Vlaams-Brabant eigenaar van het domein. Geschiedenis Het oorspronkelijke 'Hof ter Borcht' lag ten noorden van het huidige kasteel. Er bestaat geen beschrijving van en het is dus onduidelijk of de naam slaat op een zuivere hoeve-uitbating zoals die op de Atlas der buurtwegen (1841) afgebeeld staat, dan wel op het hele domein van kasteel en neerhof. In 1491 werd in het cijnsboek een naamloze site omschreven die voldoet aan de beschrijving van de locatie van het huidige kasteel van Huizingen; omgeven door water, aan de weg naar Alsemberg met aan de achterzijde de Molenbeek en een parallelle weg. Er was in de tekst zowel sprake van 'huys' als 'thof'. Het beschreven huis werd in 1540 verkocht aan Pieter Boisot, de eerste Heer van Huyzingen. De familie bezat een kapel in de kerk. Begin 16de eeuw, mogelijk als gevolg van de godsdiensttroebelen, brandde het huis af. Pieter Boisot liet in 1545 het huis heropbouwen. Het goed staat sinds dan bekend als het 'Hoff ter Borght' of het 'Speelhuys'. Het Hof werd vererfd aan Karel Boiset die door het tekenen van het Eedverbond der edelen (1565) genoopt was naar de noordelijke Nederlanden uit te wijken. Zijn goederen werden door Filips II verbeurd verklaard en vervielen aan de kroon. Via het in leen geven en vererving ging het domein naderhand over naar de families Micault, Van Varick, de Gonzague en vander Gracht van Rommerswael. Door verkoop werd het kasteel in 1812 eigendom van Ferdinand K.J. de Beeckmans van Schore en in 1819 van Karel Vaucamps. Karel was burgemeester van Huizingen, zijn grafsteen bleef op de begraafplaats bewaard. Op het primitief kadasterplan (1820-1830) is een U-vormig kasteel zichtbaar op een kasteeleiland in een vierkante vijver, aan de westzijde voorafgegaan door een L-vormig neerhof en een lusttuin ten zuiden met stervormig padenpatroon, boomgaarden, moestuin en een 'kwekerij'. Ten noorden van het geheel een hoeve met losse bestanddelen (het oude Hof te Borght’?) en aan de andere kant van de straat de oude pastorie. Na de dood van Karel Vaucamps in 1852 ging het domein door vererving en verkoop voor de familie verloren. Albert Vaucamps (1837-1900), jongste zoon van Karel, rijk geworden door de aanleg van spoorwegen in Italië, kocht in 1875 het kasteel terug. Hij was burgemeester van Huizingen en senator. Van 1875 tot 1881 moderniseerde hij het kasteel en gaf het zijn huidige uitzicht in neorenaissancestijl. Als bouwmeester trad Blondiau of mogelijk Gédéon Bordiau uit Brussel op. Het oorspronkelijk U-vormige kasteel werd in verschillende fases uitgebreid, omgevormd tot een kasteel op vierkante plattegrond en deels herbouwd. Tussen 1875 en 1893 liet Albert Vaucamps het 90 hectaren grote park aanleggen in landschappelijke stijl met grote aanplant van sparren, eiken, beuken, kastanjes, rododendrons, … en 12 km wandelpaden. De kasteelvijver kreeg een meer natuurlijke vorm en werd uitgebreid. Voor de creatie van zijn park kocht en ruilde Albert percelen grond, hoeves, hutten en huizen met de aangelanden. Hij kocht ook de oude pastorie uit 1720 en integreerde de wegen 3 en 4 (Atlas der Buurtwegen) in zijn park. Er werd zelfs een bakstenen brug overheen gebouwd. Het volledige gehucht Nekkerspoel verdween door de nieuwe aanleg. Het was Albert Vaucamps zelf die zijn tuin vorm gaf, paden uittekende en perken ontwierp, bijgestaan door landmeter Bourlard en Frans Van Cortenstraeten, hovenier van het domein. Albert Vaucamps zocht het plantgoed in kwekerijen uit en besliste zelf waar alles geplant moest worden. Er kwam een druiven- en bloemenserre, drie boomgaarden, een watermolen, stokerij, smidse, intendantswoning (voormalige pastorie), moes- en lusttuin en een bron die kasteel en tuin van drinkbaar water voorzag. Een tiental zomerhuisjes werd opgetrokken. In 1880-81 kocht hij bovendien een collectie alpenplanten. Elke verwijzing naar de oude landbouwuitbatingen, omheiningen, en dergelijke dienden aan het oog onttrokken te worden. Hij vormde het Hof ter Borcht om tot een ultramodern kasteel met landbouwbedrijf. De kasteeldreef werd voor het eerst vermeld in de Atlas der Buurtwegen (1841) als 'Dreve'. Mogelijk ontstond de dreef toen Vaucamps een weg liet aanleggen tussen zijn domein en de nieuw aangelegde Alsembergsesteenweg (1827-1833). De dreef liep via de Reiberg tot op de grens met Buizingen. Hij was private eigendom van Charles Vaucamps en had vooral een puur visuele functie en fungeerde nooit als ontsluitingsweg. De ontsluiting van het domein gebeurde via de Oud Dorp. In 1930 werden nog 77 inheemse esdoorns aangeplant in de dreef. Na de dood van Charles werd het kasteeldomein in 1900 verkocht aan de Henry Torley en later aan Lucien Devillers. De provincie, die het domein in 1938 aankocht van het echtpaar Devillers-Michaël, vormde het om tot een recreatiegebied met wandelpaden, zwembaden, tennisvelden, horeca … Daarvoor werden in 1939 ingrijpende werken uitgevoerd onder leiding van bouwmeester Van Hall. Het kasteel werd nogmaals gerenoveerd in 1986-88 en ingericht voor de horeca en een congres- en tentoonstellingsfunctie. Architect Vijverman-Vermeire uit Halle trad op als ontwerper. De witte bepleistering werd verwijderd waardoor oudere bouwsporen en ontlastingsbogen zichtbaar werden. De vijver werd nogmaals vergroot en ingericht als roeivijver. Op de funderingen van de oude pastorie werd een jeugdherberg gebouwd en de beemden werden ingevuld met sport- en spelaccomodatie. Het bosgebied werd aangevuld met pijnbomen. De omvorming van het domein door de provincie moet gezien worden in het kader van het opkomende toerisme in het interbellum. https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/38897
Historisch waterkasteel, gelegen in een riant landschapspark uit de 19de eeuw met een alpiene tuin uit 1958. Het geheel kreeg zijn huidig uitzicht door toedoen van Albert Vaucamps vanaf 1875. Anno 2016 is de Provincie Vlaams-Brabant eigenaar van het domein. Geschiedenis Het oorspronkelijke 'Hof ter Borcht' lag ten noorden van het huidige kasteel. Er bestaat geen beschrijving van en het is dus onduidelijk of de naam slaat op een zuivere hoeve-uitbating zoals die op de Atlas der buurtwegen (1841) afgebeeld staat, dan wel op het hele domein van kasteel en neerhof. In 1491 werd in het cijnsboek een naamloze site omschreven die voldoet aan de beschrijving van de locatie van het huidige kasteel van Huizingen; omgeven door water, aan de weg naar Alsemberg met aan de achterzijde de Molenbeek en een parallelle weg. Er was in de tekst zowel sprake van 'huys' als 'thof'. Het beschreven huis werd in 1540 verkocht aan Pieter Boisot, de eerste Heer van Huyzingen. De familie bezat een kapel in de kerk. Begin 16de eeuw, mogelijk als gevolg van de godsdiensttroebelen, brandde het huis af. Pieter Boisot liet in 1545 het huis heropbouwen. Het goed staat sinds dan bekend als het 'Hoff ter Borght' of het 'Speelhuys'. Het Hof werd vererfd aan Karel Boiset die door het tekenen van het Eedverbond der edelen (1565) genoopt was naar de noordelijke Nederlanden uit te wijken. Zijn goederen werden door Filips II verbeurd verklaard en vervielen aan de kroon. Via het in leen geven en vererving ging het domein naderhand over naar de families Micault, Van Varick, de Gonzague en vander Gracht van Rommerswael. Door verkoop werd het kasteel in 1812 eigendom van Ferdinand K.J. de Beeckmans van Schore en in 1819 van Karel Vaucamps. Karel was burgemeester van Huizingen, zijn grafsteen bleef op de begraafplaats bewaard. Op het primitief kadasterplan (1820-1830) is een U-vormig kasteel zichtbaar op een kasteeleiland in een vierkante vijver, aan de westzijde voorafgegaan door een L-vormig neerhof en een lusttuin ten zuiden met stervormig padenpatroon, boomgaarden, moestuin en een 'kwekerij'. Ten noorden van het geheel een hoeve met losse bestanddelen (het oude Hof te Borght’?) en aan de andere kant van de straat de oude pastorie. Na de dood van Karel Vaucamps in 1852 ging het domein door vererving en verkoop voor de familie verloren. Albert Vaucamps (1837-1900), jongste zoon van Karel, rijk geworden door de aanleg van spoorwegen in Italië, kocht in 1875 het kasteel terug. Hij was burgemeester van Huizingen en senator. Van 1875 tot 1881 moderniseerde hij het kasteel en gaf het zijn huidige uitzicht in neorenaissancestijl. Als bouwmeester trad Blondiau of mogelijk Gédéon Bordiau uit Brussel op. Het oorspronkelijk U-vormige kasteel werd in verschillende fases uitgebreid, omgevormd tot een kasteel op vierkante plattegrond en deels herbouwd. Tussen 1875 en 1893 liet Albert Vaucamps het 90 hectaren grote park aanleggen in landschappelijke stijl met grote aanplant van sparren, eiken, beuken, kastanjes, rododendrons, … en 12 km wandelpaden. De kasteelvijver kreeg een meer natuurlijke vorm en werd uitgebreid. Voor de creatie van zijn park kocht en ruilde Albert percelen grond, hoeves, hutten en huizen met de aangelanden. Hij kocht ook de oude pastorie uit 1720 en integreerde de wegen 3 en 4 (Atlas der Buurtwegen) in zijn park. Er werd zelfs een bakstenen brug overheen gebouwd. Het volledige gehucht Nekkerspoel verdween door de nieuwe aanleg. Het was Albert Vaucamps zelf die zijn tuin vorm gaf, paden uittekende en perken ontwierp, bijgestaan door landmeter Bourlard en Frans Van Cortenstraeten, hovenier van het domein. Albert Vaucamps zocht het plantgoed in kwekerijen uit en besliste zelf waar alles geplant moest worden. Er kwam een druiven- en bloemenserre, drie boomgaarden, een watermolen, stokerij, smidse, intendantswoning (voormalige pastorie), moes- en lusttuin en een bron die kasteel en tuin van drinkbaar water voorzag. Een tiental zomerhuisjes werd opgetrokken. In 1880-81 kocht hij bovendien een collectie alpenplanten. Elke verwijzing naar de oude landbouwuitbatingen, omheiningen, en dergelijke dienden aan het oog onttrokken te worden. Hij vormde het Hof ter Borcht om tot een ultramodern kasteel met landbouwbedrijf. De kasteeldreef werd voor het eerst vermeld in de Atlas der Buurtwegen (1841) als 'Dreve'. Mogelijk ontstond de dreef toen Vaucamps een weg liet aanleggen tussen zijn domein en de nieuw aangelegde Alsembergsesteenweg (1827-1833). De dreef liep via de Reiberg tot op de grens met Buizingen. Hij was private eigendom van Charles Vaucamps en had vooral een puur visuele functie en fungeerde nooit als ontsluitingsweg. De ontsluiting van het domein gebeurde via de Oud Dorp. In 1930 werden nog 77 inheemse esdoorns aangeplant in de dreef. Na de dood van Charles werd het kasteeldomein in 1900 verkocht aan de Henry Torley en later aan Lucien Devillers. De provincie, die het domein in 1938 aankocht van het echtpaar Devillers-Michaël, vormde het om tot een recreatiegebied met wandelpaden, zwembaden, tennisvelden, horeca … Daarvoor werden in 1939 ingrijpende werken uitgevoerd onder leiding van bouwmeester Van Hall. Het kasteel werd nogmaals gerenoveerd in 1986-88 en ingericht voor de horeca en een congres- en tentoonstellingsfunctie. Architect Vijverman-Vermeire uit Halle trad op als ontwerper. De witte bepleistering werd verwijderd waardoor oudere bouwsporen en ontlastingsbogen zichtbaar werden. De vijver werd nogmaals vergroot en ingericht als roeivijver. Op de funderingen van de oude pastorie werd een jeugdherberg gebouwd en de beemden werden ingevuld met sport- en spelaccomodatie. Het bosgebied werd aangevuld met pijnbomen. De omvorming van het domein door de provincie moet gezien worden in het kader van het opkomende toerisme in het interbellum. https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/38897
Nearby castles