Groot-Bijgaarden Castle
Vlaams-Brabant Vlaams Gewest Belgium
castle, chateau
Château de Grand-Bigard
Vlaams-Brabant Vlaams Gewest Belgium
castle, chateau
Kasteel van Groot-Bijgaarden
Vlaams-Brabant Vlaams Gewest Belgium
castle, chateau
Groot-Bijgaarden Castle is a 12th-century castle in Groot-Bijgaarden in the municipality of Dilbeek, Flemish Brabant, Belgium
Le château de Grand-Bigard est situé à Grand-Bigard dans le Brabant flamand à 7 km à l'ouest de Bruxelles
Het kasteel van Groot-Bijgaarden is een kasteel gelegen te Groot-Bijgaarden, een deelgemeente van Dilbeek
Previous names
Groot-Bijgaarden Castle, Château de Grand-Bigard, Kasteel van Groot-Bijgaarden
Description
Groot-Bijgaarden Castle is a 12th-century castle in Groot-Bijgaarden in the municipality of Dilbeek, Flemish Brabant, Belgium. The castle was built for Almaric Bigard, the first lord of Bigard. Groot-Bijgaarden Castle is situated at an elevation of 47 meters. Architecture Construction began in the early 12th century. The castle is surrounded by a wide moat spanned by a bridge with five arches, leading to the drawbridge. The central part of the gatehouse dates from the 14th century. A four-storey tower (the "dungeon", built 1347), 30 metres high, is by the side of the gatehouse. The castle is in the Flemish Renaissance style, with red brick and a slate roof. In 1902, the castle was very dilapidated and Raymond Pelgrims Bigard began renovations that lasted 30 years. Parks and gardens Garden architect Louis Fuchs created the 14-hectare park alongside the castle at the start of the 20th century. The park is open in spring every year since 2003 for an international flower exhibition with tulips from the Netherlands.
Le château de Grand-Bigard est situé à Grand-Bigard dans le Brabant flamand à 7 km à l'ouest de Bruxelles. Histoire Almaric de Bigard qui fut le premier seigneur de Bigard, y vivait vers 1110. En 1422 Guillaume Rongman, seigneur de Bigard, est fait capitaine de la ville de Bruxelles, par Philippe le Bon. Guillaume Estor, est nommé panetier de Brabant par lettres patentes de Charles le Téméraire, puis devient échevin de Bruxelles en 1475. Jean Estor et sa mère ont été jugés hérétiques (pour protestantisme)et exécutés le 6 janvier 1548, leurs biens, confisqués et la Seigneurie de Bigard vendue à Gaspard Schetz, Seigneur de Grobbendonck, le 14 février 1549, pour 17 800 livres. La seigneurie fut érigée en marquisat sous le nom de Boisschot, quand Hélène de Boisschot, épousa Charles Ferdinand, comte de Königsegg-Rothenfels, régent intérimaire des Pays-Bas. Le comte Ferdinand de Boisschot au milieu du xviie siècle fit faire de nombreux travaux, et fit construire de nouveaux bâtiments. En 1902, l'ensemble était très délabré et Raymond Pelgrims de Bigard mit trente ans à le réhabiliter. En 2015, le château sert de décor au tournage du film Les Profs 2. Architecture Sa construction a débuté au début du xiie siècle. Le château est entouré d’un large fossé enjambé par un pont à cinq arches, menant au pont-levis. La partie centrale du châtelet d’entrée date du xive siècle. Le donjon de quatre étages, haut de trente mètres, est à gauche du châtelet d’entrée. Le château, bâtiment Renaissance flamande, est formé d’un corps de logis à un étage de brique rose, aux fenêtres à meneaux entourées d'entablements de pierre blanche et à la toiture d’ardoises. En 1640, la chapelle fut adossée à l'aile droite du château. On y trouve deux obits celui de Ferdinand de Boisschot daté 1649 et celui de Charles Ferdinand de Königsegg-Rothenfels, marqué Vienne, 19 décembre 1759. Parc et jardins Le parc de 14 hectares est ouvert au public, tout spécialement au printemps. Les floralies du parc du château de Grand-Bigard sont dédiées aux tulipes avec plus de 300 variétés (hâtives, moyennes ou tardives mais également en classiques triomphes, botaniques, fleurs-de-lis, viridiflora, perroquets et multi-flora) ainsi qu'aux autres variétés de fleurs de printemps à bulbes. Plus d’un million d’oignons sont plantés. Les nouvelles variétés, développées sous un numéro, attendent de recevoir un nom et ces créations sont une exclusivité.
Het kasteel van Groot-Bijgaarden is een kasteel gelegen te Groot-Bijgaarden, een deelgemeente van Dilbeek. Geschiedenis Het kasteel werd gebouwd door de heren van Bijgaarden. De eerste wiens naam we kennen, een Amelricus die opduikt in 1110, verkreeg het domein van de Sint-Baafsabdij. Een opvolger Arnulfus III gaf waarschijnlijk opdracht om de eerste burcht te bouwen, een mottekasteel dat de zuidelijke landerijen moest beschermen (in Kobbegem bezaten ze een tweede gebied en kasteel). Begin veertiende eeuw stierf het geslacht uit met een dubbel gekruist huwelijk: Floris en Katharina van Bijgaarden trouwden met Katharina en Willem II Veele, genaamd Rongman. Met hun kinderen, die in 1347 de bezittingen verdeelden, kwam de heerlijkheid in handen van een nieuw huis. Een nakomeling, Willem IV Rongman, was schepen van Brussel (1418) en werd kapitein van de stad om de ambachtenopstand van 1421-22 neer te slaan. Hij legde op april 1422 de eed af en kreeg de beschikking over het Huis Ostrevant op het Muntplein. Op 21 december 1423 werd Willem van zijn taak ontheven door hertog Jan IV en enkele dagen later moest hij de sleutels van de stadspoorten, zijn benoemingsakte en de schenkingsakte van het hotel Ostrevant teruggeven aan de stadsmagistraat. In 1486 verwierf Willem Estor het kasteel en de Bijgaardse heerlijkheid. Hij kwam uit een oude Brusselse familie (schepen in 1475) en voerde het wapen van de Berthouts. Jan Estor en zijn moeder Margriete van Baenst flirtten met het protestantisme onder invloed van hun vertrouweling Antonio de Laymant. Nadat ze in het voorjaar van 1546 in het vizier van de autoriteiten waren gekomen, escaleerde de situatie met Kerstdag door onbehoorlijk gedrag in de parochiekerk. Baljuw Guillaume le Tourneur kwam moeder en zoon met 30 soldaten belegeren in hun kasteel. Na 36 uur stond de donjon in brand en gaven beiden zich over. Er volgde een lang proces waarin hun verdediging niet mocht baten: ze werden in januari 1548 onthoofd op de binnenplaats van het Kasteel van Vilvoorde en hun goederen werden verbeurd verklaard. Gaspard II Schetz, de machtige financier en heer van Grobbendonk, kocht Groot-Bijgaarden in 1549 voor 17.800 pond en verkocht het zes jaar later door aan Laurens Longin van Lembeek. Ferdinand van Booischot kocht het kasteel in 1634 en transformeerde het op vijftien jaar tijd tot zijn huidige aanzicht. Hij liet onder meer de kapel aanbouwen. In de 18e eeuw viel het kasteel toe aan Helena van Booischot. Ze huwde met Karel Ferdinand, graaf van Königsegg-Rothenfels en regent-interimair der Nederlanden. Ter gelegenheid van dit huwelijk verhief keizerin Maria-Theresia de heerlijkheid Groot-Bijgaarden tot markiezaat onder de naam Booischot. Gebouwen Het kasteel is omgeven door een slotgracht, die wordt overspannen door een brug met 5 bogen tot aan de ophaalbrug. Het centrale gedeelte van het poortgebouw dateert uit de 14e eeuw. Een toren van vier verdiepingen, 30 meter hoog, uit 1347 staat naast dit poortgebouw. Het kasteel is opgetrokken in Vlaamse renaissancestijl, in baksteen met een leien dak. Nadat het kasteel sterk was vervallen, begon men in 1902 met een dertig jaar durende renovatie. Het was Raymond Pelgrims de Bigard die het kasteel van de ondergang redde, zijn nakomelingen zetten zijn werk verder. Park en tuinen Tuinarchitect Louis Fuchs legde het 14 ha grote park naast het kasteel aan in het begin van de 20e eeuw. Elke lente wordt het park opengesteld voor een internationale bloemenexpositie waarbij tulpen centraal staan.
Nearby castles