Kasteel van Chokier
Liège Région Wallonne Belgium
manor, mansion
Château de Chokier
Liège Région Wallonne Belgium
manor, mansion
Kasteel van Chokier
Liège Région Wallonne Belgium
manor, mansion
Le château de Chokier est un château situé sur l'entité de Chokier, une section de la commune belge de Flémalle dans la province de Liège
Le château de Chokier est un château situé sur l'entité de Chokier, une section de la commune belge de Flémalle dans la province de Liège
Het kasteel van Chokier ligt op de Mont Iohy, een steile kalkrots in de Maasvallei, te Chokier, op het grondgebied van Flémalle
Previous names
Kasteel van Chokier, Château de Chokier, Kasteel van Chokier
Description
Le château de Chokier est un château situé sur l'entité de Chokier, une section de la commune belge de Flémalle dans la province de Liège. Érigé sur un promontoire rocheux, il domine la vallée de la Meuse sur la rive gauche. Histoire L'origine du château remonte au xiiie siècle, époque où il appartenait à la famille Rulant de Fontaine, anciens comtes de Hozémont. Château-fort ancré dans le rocher, il résista à divers assauts avant d'être brûlé par les Hutois à la fin du xive siècle1. C'est à cette époque que Jean Surlet devient seigneur de Chokier. En 1815, le château devient la propriété de Louis Henri Loison qui y reçoit Napoléon ; mort l'année suivante, Loison est inhumé dans un mausolée créé par Jean-Jacques Flatters dans le parc du château. À la vente du château en 1867, le mausolée contenant ses restes est transféré au cimetière du Père-Lachaise. Au début des années 2000, le château est acquis par la famille Florani. Description La partie la plus ancienne du château est la base de la tour nord-ouest. Les deux ailes remontent au xvie siècle, tandis que le bâtiment central dont la façade de style Classique est visible depuis la vallée de la Meuse date du xviiie siècle. Le promontoire rocheux sur lequel est implanté le château est répertorié comme site d'escalade.
Le château de Chokier est un château situé sur l'entité de Chokier, une section de la commune belge de Flémalle dans la province de Liège. Érigé sur un promontoire rocheux, il domine la vallée de la Meuse sur la rive gauche. Histoire L'origine du château remonte au xiiie siècle, époque où il appartenait à la famille Rulant de Fontaine, anciens comtes de Hozémont. Château-fort ancré dans le rocher, il résista à divers assauts avant d'être brûlé par les Hutois à la fin du xive siècle1. C'est à cette époque que Jean Surlet devient seigneur de Chokier. En 1815, le château devient la propriété de Louis Henri Loison qui y reçoit Napoléon ; mort l'année suivante, Loison est inhumé dans un mausolée créé par Jean-Jacques Flatters dans le parc du château. À la vente du château en 1867, le mausolée contenant ses restes est transféré au cimetière du Père-Lachaise. Au début des années 2000, le château est acquis par la famille Florani. Description La partie la plus ancienne du château est la base de la tour nord-ouest. Les deux ailes remontent au xvie siècle, tandis que le bâtiment central dont la façade de style Classique est visible depuis la vallée de la Meuse date du xviiie siècle. Le promontoire rocheux sur lequel est implanté le château est répertorié comme site d'escalade.
Het kasteel van Chokier ligt op de Mont Iohy, een steile kalkrots in de Maasvallei, te Chokier, op het grondgebied van Flémalle. In de vroege ochtend van 27 maart 2017 werd een groot deel van het kasteel in de as gelegd. Geschiedenis Middeleeuws slot De versterkte burcht van de graven van Hozemont beheerste de toegang tot Luik. Eind 13e eeuw werd hij met de grond gelijk gemaakt in de Awans- en Warouxoorlog. Zo werd Willem van Hozémont gestraft omdat hij de autoriteit van de rijksbisschop Hugo III van Chalon had uitgedaagd. Hij verkocht het aan zijn neef Otton de Fontaine, maar nauwelijks vijftig jaar later werd het kasteel opnieuw vernield (1345), deze keer door een coalitie van Luikenaars, Hoeienaars en Dinantezen die het in brand staken. Weer herrees de versterking. Ze zou doorheen de eeuwen herhaaldelijk worden uitgebreid. Er kwam onder meer een ringmuur met negen bastions. In 1564 erfde Marie de Senzeilles het kasteel. Na twee kinderloze huwelijken en weduwschappen, trouwde ze op hogere leeftijd nog met Jean-Jacques Barbiano de Belgioso (1596). Dit bleek geen gelukkige keuze, want hij was een bruut die haar in Diest liet opsluiten en isoleren. Marie voelde haar dood naderen en schreef met bloed een testament in haar gebedenboek om het kasteel aan haar neef te laten, Paul de Berlo. Niemand durfde zich er blijkbaar op beroepen tegen haar echtgenoot, want Belgioso bleef in het bezit van het kasteel. Na zijn dood deed Berlo zijn rechten gelden. Het kwam tot een langdurig proces dat uiteindelijk te Rome in zijn voordeel werd beslecht. Vlak bij het kasteel werd kalk gewonnen voor mortelproductie in kalkovens. Ook aluin werd er ontgonnen. Door de opeenstapeling van het mijnbouwafval aan de voet van de rots, vormde zich geleidelijk een plek waarop het dorp Chokier kon ontstaan. De rots zelf werd niet meer door water omspoeld. Château de plaisance In de 18e eeuw had het versterkte kasteel zijn militair belang verloren. Omstreeks 1700 woedde er een hevige brand, maar het duurde nog enige decennia vooraleer Jean-Amour de Berlo het in zijn volle luister herstelde. Hij liet het ombouwen tot een château de plaisance. Op een ronde toren na bleef er weinig behouden van het oorspronkelijke kasteel. Door schulden gedwongen moest zijn nageslacht het afstaan aan Antoine Defays. Deze verkocht het in 1813 aan graaf Louis-Henri de Loison. Hij was een generaal van Napoleon die gekend stond als een berucht plunderaar (onder meer bij de monniken van Orval) en zich op een gegeven moment zelfs bij de legerautoriteiten moest verantwoorden. Bonaparte verbleef in het kasteel toen hij Luik aandeed. Loison stierf vrij jong en werd begraven in een mausoleum in het park. Zijn dochter Marie-Louise liet het overbrengen naar Père Lachaise en verkocht het kasteel aan de familie Clercx de Waroux (1852). Vallende rotsen In 1947 kwam een 3.000 ton zware rotsmassa los en stortte naar beneden op de spoorweg Namen-Luik. Er waren geen slachtoffers maar het duurde drie weken voor er weer treinen konden passeren. De instorting had een deel van het kasteelterras meegenomen.
Nearby castles