Kasteel Altembrouck
Limbourg Région Flamande Belgium
manor, mansion
Kasteel Altembrouck
Limbourg Région Flamande Belgium
manor, mansion
Altembrouck is located in the middle of the Voerstreek, an area between Liège, Maastricht and Aachen, which has remained unchanged in terms of landscape for centuries
Altembrouck ligt midden in de Voerstreek, een gebied tussen Luik, Maastricht en Aken, dat qua landschap eeuwenlang onveranderd is gebleven
Previous names
Kasteel Altembrouck, Kasteel Altembrouck, Kasteel Altembrouck
Description
Altembrouck is located in the middle of the Voerstreek, an area between Liège, Maastricht and Aachen, which has remained unchanged in terms of landscape for centuries. Even though it seems that time has stood still here, historiography is no less fascinating. Once upon a time, in the early Middle Ages, there was a small kite (the Luigau) in which the main court was located in The Hague. At that time, feeding was a Carolingian crown domain run (managed) by a count. In this former royal estate, an agreement was concluded in 878 concerning the division of Lorraine between the King of France, Lodewijk de Stamelaar and the King of Germany, Lodewijk de Smalle, the respective sons of Charles de Kale and his brother Lodewijk de Duitser, who had the historic meeting in Meerssen in 870. From a donation from Count Conrad in 1083 we know that the parish Voeren consisted of the present church villages of The Hague, Noorbeek, Mheer and Banholt, Warsage and Aubel, St. Martenvoeren, S. Pietersvoeren, St. Jean-Sart and Slenaken. Around 1100 Count Thibald was also the lord of Valkenburg. On the childless death of Thibald in 1106, the burial seat of Voeren was moved to the neighbouring Dalhem. To show how closely this region has ever been woven into each other. In the middle of this historic area there was a "Broeke Beer Feeding" around 1300. Etymologically, "trousers" means drained swamps that have been recreated in meadows. Indeed, over time, drainage works (such as the construction of ponds) have changed some of the trouser soils into hay meadows and meadows. The oldest known gentleman van Broek (anno 1314) is a certain Jan van Voeren, probably still a distant descendant of the graves of Voeren. In his time Altembrouck was a fief of the Counts of Dalhem. In 1371 Reinier van de Broekke took part in the famous Battle of Baesweiler. From 1355 to 1511 the castle is owned by the genus Melcops. Through marriage it came into the possession of the Holset family, who lived there until 1624. In the 16th century, when "us" pants (or Brook like Voerenaars say) became linked to the family of Hoensbroek, the name evolved into "Aldenbroek", the old pants as opposed to the younger Pants of Hoen. The coat of arms of Altenbroek and the coat of arms of Hoensbroek have in fact common quarters. In 1629 Altembrouck became the property of Jan de Berghe, also Lord of Noorbeek. In 1714 knight de Winckel, lord of Altenbroek and of the seigniory Noorbeek, is still connected to Hoensbroek through his function as adjutant of Antonius van Hoensbroek. The best known owner of Altembrouck is the family de Schiervel. She arrived at the castle in 1790 when the lawyer Pierre Joseph de Schiervel married the daughter of the then owner, the Fassin, Marie Claire . Father the Fassin then leaves Altembrouck and gives castle and farm to his son-in-law. This gave rise to the legend that Carolus Waelbers wrote in his poem: 'Op Waterloo' The young de Schiervel personally took control of the management of the farm and when Napoleon closed his borders with England, he introduced sheep farming to the valley of the Noorbeek. As the chief of the Schiervels on Altembrouck, he was an eminent personality. From 1812 to 1827 he was mayor of The Hague and before 1830 he was a member of the Lower House of the States General of the Netherlands. Later he became a knight in the order of the Belgian Lion. He died in Altembrouck on 25 January 1831 at the age of 76. His son Louis de Schiervel became governor of the new Belgian province of Limburg and made himself useful by, among other things, building a new road between Hasselt and Maastricht. Out of gratitude for the services rendered, Hasselt City Council called the boulevard between Kuringen and Luikerpoort the 'Schiervellaan'. His brother, Henri de Schiervel, became mayor of The Hague, just like his father, and lived on Altembrouck until his death. He first experienced Belgium's independence and then had to accept that today's Dutch Limburg was forcibly handed over to the Netherlands. This was a heavy blow to 's-Gravenvoeren because it was closed off from the villages in the Netherlands, such as Mheer, Noorbeek and Slenaken, by the new Belgian-Dutch border, which ran through the Altembrouck estate, with which it used to form an economic unit (which spanned the entire area between Valkenburg and Dalhem). Henri's son Jacques Gustave de Schiervel, acquires the title of baron from his uncle Louis, the governor, after his marriage to the daughter of the famous Charles Ghislain Vilain XIIII (Vilain quatorze), member of the National Congress (the first Belgian government), later Minister of Foreign Affairs and Vatican Special Minister. A daughter from this commitment, Marie-Philipine Ghislaine Josephine married in 1878 to Arthur de Behault, the grandfather of Monsieur Jean and Monsieur André, still known to many old Lecturers. Gustave baron de Schiervel was buried in the family tomb next to the parish church of The Hague at the time of his death in 1898. With his passing came a provisional end to the permanent residence of Altembrouck. The Behaults were housed in Ghent at castle Gend'Hof in Buggenhout. The son of Arthur de Behault, Adrien, born 7 February 1884, was an officer during the war 1914-1918 and married Annette de la Croix, daughter of the Prime Minister de la Croix (after 1914-1918). It was Adrien de Behault who, together with his wife and three sons, used Altembrouck as a summer residence. In the event of their death, the estate will be divided. Castle and park go to son Jean, farm and farmland to son André. In 1994 the castle was sold by their heirs to the previous inhabitants. A good year later, farms and estates were also bought, which eventually led to the reunification of the estate. After 100 years the castle is now bustling with activity again. https://www.kasteelaltembrouck.com/en/history.html
Altembrouck ligt midden in de Voerstreek, een gebied tussen Luik, Maastricht en Aken, dat qua landschap eeuwenlang onveranderd is gebleven. Ook al lijkt het dat de tijd hier stil heeft gestaan, de geschiedschrijving is er niet minder boeiend om. Ooit bestond er in de vroege Middeleeuwen een kleine gouw (de Luigau) waarbij de hoofdhof hier in 's-Gravenvoeren lag. Voeren was in die tijd een Karolingisch kroondomein bestuurd (beheerd) door een graaf. In dit voormalig koningsgoed werd in 878 de overeenkomst gesloten aangaande verdeling van Lotharingen tussen de koning van Frankrijk, Lodewijk de Stamelaar en de koning van Duitsland, Lodewijk de Smalle, de respectievelijke zonen van Karel de Kale en zijn broer Lodewijk de Duitser die in 870 de historische ontmoeting in Meerssen hadden. Uit een schenking van Graaf Conrad in 1083 weten we dat de parochie Voeren bestond uit de tegenwoordige kerkdorpen 's-Gravenvoeren, Noorbeek, Mheer en Banholt, Warsage en Aubel, Sint Martenvoeren, Sit Pietersvoeren, St. Jean-Sart en Slenaken. Rond 1100 was graaf Thibald tevens heer van Valkenburg. Bij het kinderloos overlijden van Thibald in 1106 werd de gravenzetel van Voeren naar het naburige Dalhem verplaatst. Om maar aan te geven hoe hecht deze streek ooit in elkaar gevlochten is geweest. Midden in dit historische gebied lag rond 1300 een "Broeke bi Voeren". Etymologisch betekent "broek": gedraineerd en in weilanden herschapen moeras. In de loop der tijden zijn inderdaad een aantal broekgronden door afwateringswerken (zoals het aanleggen van vijvers) in hooilanden en beemden veranderd. De oudstgekende heer van Broek (anno 1314) is een zekere Jan van Voeren, waarschijnlijk nog een verre afstammeling van de graven van Voeren. In zijn tijd was Altembrouck een leengoed van de graven van Dalhem. In 1371 neemt Reinier van de Broekke deel aan de bekende Slag van Baesweiler. Van 1355 tot 1511 is het kasteel in het bezit van het geslacht Melcops. Via verhuwelijking komt het in bezit van de familie Holset die er woont tot 1624. In de 16e eeuw, wanneer "ons" Broek (of Brook zoals Voerenaars het zeggen) verbonden wordt aan de familie van Hoensbroek, evolueert de naam tot "Aldenbroek", het oude Broek in tegenstelling tot het jongere Broek van Hoen. Het wapenschild van Altenbroek en het wapenschild van Hoensbroek hebben trouwens gemeenschappelijke kwartieren. In 1629 werd Altembrouck eigendom van Jan de Berghe, tevens Heer van Noorbeek. In 1714 is ridder de Winckel, heer van Altenbroek én van de heerlijkheid Noorbeek, nog altijd verbonden met Hoensbroek middels zijn functie van adjudant van Antonius van Hoensbroek. De bekendste eigenaar van Altembrouck is wel de familie de Schiervel. Zij komt op het kasteel in 1790 wanneer de advocaat Pierre Joseph de Schiervel trouwt met de erfdochter van de toenmalige eigenaar De Fassin, Marie Claire. Vader De Fassin verlaat dan Altembrouck en geeft kasteel en hoeve aan zijn schoonzoon. Dit gaf aanleiding tot de legende die Carolus Waelbers uitspon in zijn gedicht: "Op Waterloo" De jonge de Schiervel neemt de leiding van de hoeve persoonlijk in handen en toen Napoleon de grenzen met Engeland sloot, introduceerde hij de schapenteelt in het dal van de Noorbeek. Als stamhoofd van de Schiervels op Altembrouck was hij een eminente persoonlijkheid. Van 1812 t/m 1827 was hij burgemeester van 's-Gravenvoeren en vóór 1830 lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal van Nederland. Later wordt hij ridder in de orde van de Belgische Leeuw. Hij overlijdt te Altembrouck op 25 jan. 1831 op 76 jarige leeftijd. Zijn zoon Louis de Schiervel wordt gouverneur van de nieuwe belgische provicie Limburg en maakte zich o.a. dienstbaar door de aanleg van een nieuwe weg tussen Hasselt en Maastricht. Uit dankbaarheid voor de bewezen diensten liet de gemeenteraad van Hasselt de boulevard tussen Kuringen en Luikerpoort de Schiervellaan noemen. Zijn broer, Henri de Schiervel werd net als zijn vader burgemeester van 's-Gravenvoeren en woonde tot zijn dood op Altembrouck. Hij maakte eerst de onafhankelijkheid van België mee en moest vervolgens accepteren dat het tegenwoordige Nederlands Limburg onder dwang aan Nederland werd afgestaan. Dit was een zware klap voor 's-Gravenvoeren omdat het door de nieuwe Belgisch-Nederlandse grens, die dwars door het landgoed Altembrouck liep, werd afgesloten van de dorpen in Nederland, zoals Mheer, Noorbeek en Slenaken, waarmee het voorheen een economische eenheid vormde (die omspande het hele gebied tussen Valkenburg en Dalhem). Henri's zoon Jacques Gustave de Schiervel, verwerft de titel baron van zijn oom Louis, de gouverneur, na zijn huwelijk met de dochter van de bekende Charles Ghislain Vilain XIIII (Vilain quatorze), lid van het Nationaal Congres (de eerste Belgische regering), later minister van Buitenlandse zaken en buitengewoon minister van het Vaticaan. Een dochter uit deze verbintenis, Marie-Philipine Ghislaine Josephine trouwt in 1878 met Arthur de Behault, de grootvader van monsieur Jean en monsieur André, nog bekend bij vele oud Voerenaren. Gustave Baron de Schiervel werd bij zijn dood in 1898 bijgezet in de familiegrafkelder naast de parochiekerk van 's-Gravenvoeren. Met zijn heengaan kwam een voorlopig einde aan de permanente bewoning van Altembrouck. De Behaults waren gehuisvest te Gent op kasteel Gend'hof te Buggenhout. De zoon van Arthur de Behault, Adrien, geboren 7 februari 1884 was officier tijdens de oorlog 1914-1918 en huwde met Annette de la Croix, dochter van de eerste minister de la Croix (na 1914-1918). Het was Adrien de Behault die samen met zijn vrouw en drie zonen Altembrouck gebruikte als zomerverblijf. Bij hun overlijden wordt het landgoed verdeeld. Kasteel en park gaan naar zoon Jean, boerderij en landerijen naar zoon André. In 1994 wordt het kasteel door hun erfgenamen verkocht aan de heer Claessens, die het gehele pand gedurende een decennium opknapte tot de huidige staat en exploitatie. Goed een jaar later worden ook boerderij en landgoederen gekocht, waardoor het landgoed uiteindelijk werd herenigd. Na 100 jaar is het kasteel nu weer bruisend van activiteit. In 2018 werd het landgoed en omliggende landerijen aangekocht door Brava BVBA, de huidige exploitant van Landgoed Altembrouck. https://www.kasteelaltembrouck.com/nl/geschiedenis.html
Nearby castles