Oud Bussem is een landgoed ten oosten van de autosnelweg A1 en Bussum, op het grondgebied van Huizen (Bikbergen) en Naarden, aan de Flevolaan 69
Oud Bussem is een landgoed ten oosten van de autosnelweg A1 en Bussum, op het grondgebied van Huizen (Bikbergen) en Naarden, aan de Flevolaan 69. Het landgoed is vrij toegankelijk.
Geschiedenis
In 1570 schonken de besturen van Naarden en de Gooise dorpen het landgoed Oud Bussem aan Paulus van Loo, de Baljuw van Gooiland.
Op het landgoed lag een boerderij, die in 1672 bij het beleg van Naarden door de Fransen verbrand werd en in de 18e eeuw herbouwd werd door Michiel Hinloopen. In 1874 brandde de boerderij opnieuw af.
In de 18e eeuw werd op het landgoed tevens een landhuis gebouwd door Abraham Scherenberg. Dat werd in 1929 afgebroken en herbouwd door Pieter van Leeuwen Boomkamp. Architect was D.F. Slothouwer. In 2010 werd aan de achterzijde van het landhuis een Orangerie aangebouwd.
Ten slotte werd in 1902 op het landgoed een hofstede gebouwd door Joannes van Woensel Kooy, waarin "de Maatschappij tot het exploiteren van een hygiënische melkerij" werd gevestigd. Architect was K.P.C. de Bazel. Het werd een complex, bestaande uit het hoofdgebouw (Hofstede Oud Bussem) met koestallen en hooizolders, een zuivelhuis en een kantoor annex dienstwoning. Verder 2 dienstwoningen aan de Flevolaan en 2 dienstwoningen aan de Oud Blaricummerweg.
In 1925 werd het uitgebreid met een zaaddrogerij, waarin vanaf 1947 het Theater De Plankeniers werd gevestigd. In september 1940 logeerde rijksmaarschalk Göring enkele nachten in de witte villa die toen eigendom was van Pieter van Leeuwen Boomkamp, die een rijke NSB'er was (zie: Omzien in verwondering, Annie Romein-Verschoor). De melkerij werd in 1956 gesloten. De hofstede werd een aantal jaren als opslagruimte gebruikt door allerlei bedrijven. Daarna vestigde zich in 1970 in de hofstede de uitgeversmaatschappij Strengholt.
Melkerij Oud Bussem
Onderdeel van het landgoed was de Melkerij “Hofstede Oud-Bussem”. Deze modelboerderij werd in 1903 opgericht door Joannes van Woensel Kooy en Floris Vos. Van Woensel Kooy was een jonge landeconoom, die behalve een groot kapitaal ook idealistische motieven had. De onderneming had als doel, “zuivere natuur-melk” te produceren: rauwe, niet gepasteuriseerde melk die veilig te consumeren was. Dit in tegenstelling tot de vaak onhygiënisch geproduceerde melk uit die tijd die regelmatig leidde tot uitbraken van besmettelijke ziekten. Hoge hygiëne-eisen werden gesteld aan de koeien, het melkpersoneel en de verwerking van de melk, die in schone flesjes werd verkocht. Ook werden melkproducten zoals karnemelk, boter en yoghurt gemaakt. De voor het bedrijf benodigde stallen en bijgebouwen werden nieuw gebouwd door de architect De Bazel. De modelboerderij was vooral in de jaren 1910 en 20 succesvol, al moesten regelmatig financiële crisissen worden bezworen. Na de crisis van de jaren 30 fungeerde de boerderij steeds meer als een gewoon melkveebedrijf, zij het met een eigen zuivelfabriek. In 1956 werd het bedrijf opgeheven. De stalgebouwen werden in 1970 aangekocht en gerestaureerd door de huidige eigenaar-bewoner, uitgeverij Strengholt.
Gebouwen
Nadat het landgoed door Van Woensel Kooy in 1902 uit een veiling was verkregen voor f. 468.341,-, werden plannen gemaakt voor de modelboerderij en de organisatie daarvan. Als architect voor de nieuw te bouwen bedrijfsgebouwen werd de jonge architect K.P.C. de Bazel aangezocht. Het werd zijn eerste grote opdracht. De eerste steen werd gelegd in augustus 1903. Enkele dagen later overleed de initiatiefnemer Van Woensel Kooy zeer onverwacht. De bouw en de oprichting van het bedrijf werden voortgezet onder leiding van Floris Vos.
Het bedrijfscomplex werd ontworpen als een los ensemble van nieuwe en bestaande gebouwen. Centraal stond het nieuwe U-vormige stalgebouw, waarin vier aparte stallen voor 2x40 en 2x32 koeien werden ondergebracht. De vloeren en de muren werden tot een hoogte van 1.80 m betegeld. De plafonds en de voerbakken waren van beton; het gebruik van hout is tot een minimum beperkt. Zo konden de stallen optimaal schoon blijven. Op alle hoeken waren kranen en was er gelegenheid voor de melkknechten om hun handen te wassen. Op de hoeken waren ruimten om voer te bereiden. Op de zolders was ruimte voor hooi. De stallen waren voorzien van een luchtverversingssysteem en van een ingenieus ondergronds mestafvoersysteem, waarbij gier en vaste mest gescheiden werden afgevoerd via buizen resp. in door paarden getrokken karretjes op rails. Voor de mest was een aparte overdekte mestkelder gebouwd. Een aparte vijfde stal, met ruimte voor nog eens 40 koeien, had dezelfde voorzieningen.
Naast het stalgebouw werd een zuivelgebouw gebouwd. Dit gebouw bevatte een koelinstallatie, machines voor het reinigen van flessen, het karnen en kneden van boter, en bakken voor het bereiden van yoghurt. Ook was er een laboratorium voor kwaliteitscontrole. Een apart gebouw bood onderdak aan de bedrijfsleider en zijn gezin en een annex was ingericht als verblijfsgebouw voor ongehuwde melkknechten. Daarnaast waren er nog diverse dienstwoningen voor gehuwde personeelsleden en hun gezinnen. Op het terrein stond ook nog de “oude boerderij”. Hierin werden o.a. stallen voor jongvee en paarden ingericht, alsmede een smederij en een timmerwerkplaats. Ook werd het als woonhuis gebruikt.
Free
Surrounding park is free to walk
- The premises of a computer company
- It has a nature reserve around