Kasteel Borgharen is een van oorsprong middeleeuws kasteel gelegen aan de rivier de Maas in het dorp Borgharen in het noorden van de gemeente Maastricht
Kasteel Borgharen is een van oorsprong middeleeuws kasteel gelegen aan de rivier de Maas in het dorp Borgharen in het noorden van de gemeente Maastricht. Het kasteel, de kasteelhoeve, de pachthoeve en de tuinen, inclusief diverse poorten, hekken, kademuren en bruggen, vormen een cluster van rijksmonumenten. Het kasteel maakt deel uit van het Buitengoed Geul & Maas.
Geschiedenis
De familie Van Haren had een hoog aanzien in de streek rondom Maastricht. In 1202 wordt het kasteel in een regest van het klooster Sint-Gerlach te Houthem vermeld. Het regest betrof Hendrik van Wassenberg (zoon van Hendrik III van Limburg) en diens zonen Goswinus van Haesdal en Adam van Haeren. Deze Adam van Haeren (ca. 1174-1244) was heer van Borgharen, voogd van Maastricht (genoemd in 1231) en voogd van de proosdij van Meerssen. Het verworven voogdijschap over Maastricht (vanaf 1194?) kan verklaard worden uit het feit dat hij gehuwd was met de dochter van de vorige voogd van Maastricht, Gerard van Loon (1175-1194). In 1271 wordt Ogier I van Haren genoemd als voogd van Maastricht. Het is niet duidelijk of er een connectie is met de Akense burgemeestersfamilie Van Haren (15e-16e eeuw).\
Bewoning vanaf de 14e eeuw
Nadat de Maastrichtenaren bij de bisschoppen van Luik hadden geklaagd over de tol op de Maas, greep Adolf van der Mark in en stuurde in 1318 zijn leger op strafexpeditie naar Borgharen om een einde te maken aan de tolheffing en de vermeende beroving van handelaren. Het kasteel werd verwoest en in brand gestoken. Volgens een overlevering wist een van de bedienden daarbij te ontkomen door de belegeraars ervan te overtuigen dat hij in opdracht van de prins-bisschop diens matras uit het kasteel moest weghalen. In de 14e eeuw kwam tevens een einde aan de onafhankelijkheid van het Land van Valkenburg en werden de hertogen van Brabant de nieuwe eigenaren van Borgharen. Deze gaven het kasteel opnieuw in leen aan de familie Van Haeren nadat deze weer in genade waren aangenomen.
De naam van de ridders van Haeren bleef verbonden aan Borgharen totdat een vrouwelijke erfgename huwde met ene Arnold van Hamal van Elderen, die in 1456 werd begraven in de Sint-Stefanuskerk te 's Herenelderen. Deze Arnold was bevriend met de hertog van Brabant en op zijn inspraak werd het riddergoed verheven tot een heerlijkheid. In 1483 werd het kasteel opnieuw verwoest.
Door vererving kwam het kasteel in de 16e eeuw in bezit van de gereformeerde edelman Herman Scheiffart van Merode (zie Huis Merode). In de 17e eeuw kwamen er ook weer nieuwe bewoners. De eerste was Philibert d'Isendoorn à Blois , die het kasteel in 1647 kocht van de militair Albert van Merode. Philibert overleed in 1667 en ligt met een aantal andere familieleden begraven in de grafkelder van Kasteel Borgharen. In de brug van het kasteel is een steen ingemetseld met daarop het alliantiewapen van de families d'Isendoorn à Blois en De Agris. Omdat de bewoners van het kasteel tot 1680 protestants waren, konden de katholieke inwoners geen gebruik meer maken van de parochiekerk. Pas in 1680 werd het simultaneum ingevoerd, zoals overal elders in Staats-Valkenburg.
De volgende bewoners waren de familie Van der Heyden à Blisia (1680-1732), de familie De Rosen (tot 1885), De Brigode de Kemlandt (tot 1935), De Selys Longchamps (tot 1944) en vervolgens weer De Rosen de Borgharen (door huwelijk met een dochter van Eusébie barones de Selys Longchamps née de Brigode de Kemlandt).
Na de Tweede Wereldoorlog
Na de Tweede Wereldoorlog was het kasteel eigendom van Simone barones de Moffarts-barones de Rosen de Borgharen (1905-1983), dochter van Jeanne barones de Rosen de Borgharen-barones de Selys Longchamps (1881-1944). Zij verhuurde een aantal appartementen in het kasteel, onder anderen van 1946-49 aan de kunsthistoricus Joseph Timmers, die conservator was geworden van het Provinciaal Museum van Oudheden, vanaf 1948 tevens hoogleraar aan de Jan van Eyck Academie. In 1953 werd het kasteel eigendom van de Amsterdamse hoteleigenaar De Cocq. In 1966 vond er een bijeenkomst ("concilie") plaats van de Amsterdamse provobeweging.
Kasteel Borgharen kwam in 1975 in bezit van het echtpaar Veenhuizen. In 1985 werd de spits van de rechter hoektoren vernield door blikseminslag. In dat zelfde jaar zijn ook de schilderingen op doek van Pierre-Michel de Lovinfosse in de grote salon verkocht. Vanaf 2005 was het kasteel grotendeels onbewoond waardoor het verval snel toesloeg en de tuin tot een ondoordringbare wildernis werd. Een deel van de inboedel, waaronder het meubilair en de wandschilderingen in de chambre romaine, werden in deze periode verkocht. De schedels van de familie d'Isendoorn à Blois uit de grafkelder werden op Ebay geveild. De schedels, die bij een verzamelaar in Zwitserland waren terechtgekomen, zijn door de huidige eigenaar teruggekeerd op Kasteel Borgharen.
In 2003 kocht de Borgharenaar Ronny Bessems de naastgelegen kasteelhoeve. De gemeente Maastricht beloonde in 2009 de restauratie van de hoeve met de Victor de Stuersprijs. De kasteelhoeve is in gebruik als bed and breakfast. Sinds 2014 is Bessems met zijn partner ook eigenaar van het kasteel, dat ze over een periode van 15 tot 20 jaar willen restaureren, gesteund door een grote groep vrijwilligers die werkt onder de stichting Behoud Kasteel Borgharen. In 2018 ontving Bessems hiervoor de inspiratieprijs van het Prins Bernhard Cultuurfonds Limburg.
Beschrijving
Het huidige kasteel is een geheel omgracht complex met als middenvleugel een 17e-eeuws halfrond hoofdgebouw in barokke stijl, geflankeerd door twee vierkante torens. Op elk van deze torens sluit een lange zijgevel aan, gebruikt als dienstvleugel. De basis van het hoofdgebouw is een 12e-eeuwse vierkante woontoren met een in de 13e eeuw toegevoegde schildmuur. De onderbouw, kelders en de half ronde ringmuur gemaakt uit breuksteen zijn als restanten nog duidelijk herkenbaar in het huidige kasteel. Het hoofdgebouw kreeg in 1785 een met een mergelbekleding uitgevoerd classicistisch uiterlijk en werd voorzien van een hardstenen bordes met dubbele trap. In het balkonhek zijn de wapens van de families De Rosen en Van Buel verwerkt. De zware paviljoentorens en de lagere dienstvleugels zijn in Maaslandse renaissancestijl opgetrokken.
Surrounding park
Ronny@BessemsEvenementenService.nl
In a state of reconstruction