Deze State is rond 1640 ontstaan uit het Klooster de Olijfberg, dat uit de 13e eeuw stamt
Deze State is rond 1640 ontstaan uit het Klooster de Olijfberg, dat uit de 13e eeuw stamt.
Mogelijk ter plaatse van het huidige pand werd in de 13e eeuw het Premonstratenser dubbel klooster, de Olijfberg, gesticht.
In 1580, na de reformatie, werd het klooster verlaten en kwam het in handen van de Staten van Friesland. Omstreeks 1640 werd het verkocht aan Sjouck van Fogelsangh.
Na de dood van Sjouck, komt de state in het bezit van haar 2 zoons Dirck van Fogelsangh en Pibo van Doma. Dirck van Fogelsangh woonde alleen zomers af en toe op de state. Hij was secretaris van Franekeradeel en kon niet (destijds meer dan een dagreis) ver van zijn werk verwijderd wonen. Van 1659 tot ca. 1664 werd de state bewoond door zijn zoon Hilarius (Hylke) van Fogelsangh en zijn vrouw Richtje van Rosema. Als Dirck in 1664 sterft wordt zijn broer Pibo van Doma de enige eigenaar. Hij woonde op Tadema State onder Kollum (dichter bij zijn werk) en heeft waarschijnlijk nooit echt op Fogelsangh State gewoond.
Het pand werd in 1666 als volgt omschreven: 'Zathe, state en landen Veenklooster genaamd, mitsgaders de groote nieuwe huizinge, toren, wijnhuis, put, poort, twee hovingen, bleekveld en gracht'.
Een op het huis aanwezige plattegrond uit 1668 geeft het een en ander weer. We kunnen derhalve aannemen dat in het midden van de 17e eeuw het kloostergebouw werd verbouwd; tijdens de restauratie in 1978 is echter gebleken dat geen muren van het kloostergebouw bij deze verbouwing zijn gehandhaafd. Tijdens de renovatie van 2002 bleek wel een deel van de fundamenten te bestaan uit kloostermoppen, maar er is niet duidelijk geworden of dit hergebruikte stenen zijn of dat dit werkelijk een deel van de oude fundering van het klooster betreft. De rechter zijgevel dateert nog grotendeels uit 1668. In dit metselwerk zijn nog duidelijk de ontlastingsbogen van de 17e-eeuwse kruiskozijnen herkenbaar.
Na de dood van Pibo van Doma in 1675, erft zijn dochter Catharina van Doma de state. Maar zowel zij als haar zoon Jacob van Rosema (1675 - 1721) ook nooit zelf de state bewoond. Op een tekening van Jacob Stellingwerf uit 1723 is nl. een uit het water opgetrokken bouwvallig huis te zien van twee verdiepingen met grote scheuren in de muren onder een schilddak waar pollen gras op groeien. Achter het huis bevindt zich een half ingestorte uitbouw.
Omstreeks 1730 werd het geheel opnieuw verbouwd tot een huis, bestaande uit drie woonlagen onder een hoge kap. In de rechterzijgevel is te zien dat bij deze verbouwing het 17e-eeuwse pand verdiept werd, waarbij deze gevel enkele meters werd verlengd. De nieuwe voorgevel werd voorzien van pilasters en een rijke kroonlijst met fronton. De ramen zullen van zeer kleine ruitjes voorzien geweest zijn, volgens de nog aanwezige binnenluiken wellicht verdeeld in veertig stuks. Mogelijk aan het eind van de 18e eeuw zijn deze ramen van grotere ruitjes voorzien met een verdeling van twintig stuks. Een op het huis aanwezige foto uit 1873 geeft deze toestand weer.
Van 1783 tot 1836 is Cecilia Johanna van Heemstra eigenaresse, maar zij moest het land uit vluchten tijdens de Franse bezetting. In 1810 (tot waarschijnlijk ca. 1825) woonden haar neef Willem Hendrik van Heemstra en zijn vrouw Johanna Balthasarina van Idsinga op de state.
In 1873 werd het pand ter gelegenheid van een bezoek van Koning Willem III gemoderniseerd. De voorgevel werd toen geheel gepleisterd, de kroonlijst en het fronton werden vervangen door een eenvoudige gootlijst, de kap werd drastisch verlaagd, de ramen werden van twee grote ruiten voorzien en voor de hoofdingang werd een stoep met bordes aangebracht. De vensters van de zolderverdieping werden vergroot terwijl de vensters van de hoofdverdieping naar beneden werden verschoven.
In de jaren 20 van de vorige eeuw werd de kap verhoogd, terwijl in de jaren 50 de ramen weer van kleine ruitjes werden voorzien met een verdeling welke nimmer aanwezig geweest is.
Het interieur verkeert nog in vrijwel originele staat. Op de hoofdverdieping bevindt zich thans een fraai betimmerde eetzaal en een tuinzaal uit 1873. Op de kelderverdieping bevinden zich de nodige dienstvertrekken. Rechts van het gebouw bevindt zich een in originele staat verkerende paardenstal.
Het park werd in het midden van de 19e eeuw waarschijnlijk naar ontwerp van de tuinarchitect L. P. Roodbaard aangelegd. Onder een van de heuvels bevindt zich een ijskelder, waarin het ijs bewaard bleef om zomers te kunnen gebruiken.
Het geheel is als uithof van het Fries Museum in gebruik. Het pand is derhalve voor een ieder toegankelijk waardoor men gelegenheid heeft een goede indruk te krijgen van een State.
Het geheel is thans eigendom van Kyra Livia barones van Harinxma thoe Slooten.
In Fogelsanghstate is nu als zelfstandig museum te bezoeken. In de State is te zien hoe een adellijke familie in de negentiende eeuw woonde. Veel van de negentiende-eeuwse inboedel is bewaard gebleven, evenals het koetshuis met koetsen.
http://www.stinseninfriesland.nl/FogelsanghState.htm
5.00 EUR
6 - 12 years: 2.50
0 - 5 years: free
info@fogelsangh-state.nl
- National monument
- Park in the English landscape style: 1.00 EUR
- Coffee / tea arrangement with guided tour: 8.00 EUR
- It houses a museum