Kasteel van Rijkel
manor, mansion
107m
Limburg, Vlaams Gewest

Het kasteel van Rijkel, oorspronkelijk een herenhoeve, was het residentieel kasteel van de heren (en later graven) van Rijkel

https://media.whitetown.sk/pictures/be/kasteelvanrijkel/kasteelvanrijkel.jpg
https://media.whitetown.sk/pictures/be/kasteelvanrijkel/kasteelvanrijkel1.jpg
Previous names
Kasteel van Rijkel, Kasteel van Rijkel, Kasteel van Rijkel
You need to sign in to save your wishes
Description

Het kasteel van Rijkel, oorspronkelijk een herenhoeve, was het residentieel kasteel van de heren (en later graven) van Rijkel.

Geschiedenis

Oorsprong en totstandkoming

De eerste vermelding van de oorspronkelijk herenhoeve (het woonhuis waarvan, bewaard is gebleven in het zuidoostelijk gedeelte van het kasteel) dateert van 1541. De heerlijkheid Rijkel was destijds in het bezit van de familie Bolle van Rijkel. De kern van oostelijk gedeelte werd in de tweede helft van de 16e eeuw gebouwd. Het algemeen uitzicht kwam tot stand na uitbreidingen gedurende de 17e eeuw. In de 18e eeuw volgden verdere verbouwingen, alsmede restauraties. Vanaf 1831 stond het kasteel meer dan een eeuw leeg, waarna het in 1936 in het bezit kwam van de vzw ASBL Les Demeures historiques de Belgique. Deze liet enkele hoogst herstellingen uitvoeren. In 1942 werd het tot beschermd erfgoed verklaart en in 1965 droeg de vzw het kasteel over aan de provincie Limburg. Vanwege de hoge onderhoudskosten wordt het kasteel in 2003 per opbod verkocht aan de huidige eigenaar Martin Hesemans die het na enige jaren in zijn bezit te hebben wederom te koop aanbiedt. Hesemans had het kasteel destijds per openbare verkoop verworven voor 1.3 miljoen euro en was van zinnens er een toeristische trekpleister van te maken. Meerdere ingediende plannen, zoals feestzalen, vergaderruimtes, restaurant en brasserie, hiervoor werden echter afgekeurd, waarna hij besloot om het goed te koop aan te bieden.

Bouwgeschiedenis

Begonnen als een herenhoeve, kreeg het complex steeds meer, en met name in de 17e eeuw, het karakter en uitzicht van een kasteel. Gedurende de tweede helft van de 16de eeuw werd de oorspronkelijke herenhoeve reeds aanzienlijk uitgebreid. Dit gedeelte, dat in de eerste helft van de 17de eeuw zijn definitieve uitzicht kreeg, vormt thans de oostelijke vleugel van het kasteel. Het woonhuis van de hoeve bleef hierin bewaard. Nadat Rijkel in het eerste kwart van de 17de eeuw in het bezit komt van de familie De Hinnisdael, krijgt het kasteel gedurende het tweede kwart van de 17de eeuw zijn huidige U-vormige plattegrond. Ook de gevels van de oude herenwoning worden aangepast aan de stijl van de uitbreidingen. De noord- en westvleugels werden vermoedelijk gebouwd in opdracht van Adrien François de Hinnisdael, wiens wapenschild boven de centrale toegangspoort van de noordvleugel ingemetseld is. In de eerste helft van de 18e eeuw verkeert het kasteel in zeer slechte staat. Wanneer baron Pierre Antoine de Thiribu het in zijn bezit krijgt, voert hij grootschalige verbouwingen en restauraties door. Uit deze periode dateren de kruis- en kloosterkozijnen in het oude woonhuis en de andere vleugels. In 1785 wordt de ophaalbrug afgebroken en wordt de toegangspoort in de noordvleugel gedicht. Vrijwel alle kruiskozijnen op de benedenverdieping worden vervangen door de huidige. Aan de oostvleugel wordt rond 1800 een nieuwe ingang aangebracht. De oostelijke en westelijke vleugel worden in de eerste helft van de 19e eeuw in zuidelijke richting verlengd. De aanbouwen worden op latere onbekende datum weer afgebroken. Gedurende het eerste kwart van de 19e eeuw worden de kruiskozijnen in de noordgevel van de centrale vleugel vervangen door de huidige. Uit die periode stamt ook de neoclassicistische zaal in de noordelijke vleugel. De Atlas der Buurtwegen vermeldt een brug over de slotgracht, ter vervanging van de ophaalbrug die rechts ervan was gelegen. Vanaf 1831, na de dood van de laatste bewoner, staat het kasteel meer dan een eeuw leeg. In de tweede helft van de 19de eeuw is het in staat van verval. Gedurende deze periode gaan ook vrijwel alle interieurelementen verloren. Nadat in 1936 de vzw ASBL Les Demeures historiques de Belgique het kasteel verwerft worden de hoogst noodzakelijke herstellingswerken uitgevoerd. In 1965 krijgt de provincie Limburg het complex in bezit. Deze laat, naar aanleiding van het instorten van de noordwestelijke hoektoren in 1966, restauraties uitvoeren die in 1972 onder leiding van J. Draye aanvangen. In 1984 worden de werken onder leiding van J. Martens voltooid.