Kasteel van Kwabeek
manor, mansion
79m
Vlaams-Brabant, Vlaams Gewest

Het Kasteel van Kwabeek ligt aan de Velpe in Vertrijk, een deelgemeente van Boutersem in het uiterste zuiden van het Hageland

https://media.whitetown.sk/pictures/be/kasteelvankwabeek/kasteelvankwabeek.jpg
https://media.whitetown.sk/pictures/be/kasteelvankwabeek/kasteelvankwabeek1.jpg
Previous names
Kasteel van Kwabeek, Kasteel van Kwabeek, Kasteel van Kwabeek
You need to sign in to save your wishes
Description

Het Kasteel van Kwabeek ligt aan de Velpe in Vertrijk, een deelgemeente van Boutersem in het uiterste zuiden van het Hageland. De eerste verwijzingen naar het kasteel komen uit de veertiende eeuw. Het was destijds een leengoed van het hertogdom Brabant. In 1980 kwam het in handen van het gemeentebestuur van Boutersem en sindsdien functioneert het als gemeentehuis.

Geschiedenis

Ontstaan

In Vertrijk zijn diverse sporen te vinden van een Romeinse nederzetting met de naam Vertacum. De oude villa’s groeiden vermoedelijk uit tot een aantal hoeves. Het zou kunnen dat een van deze hoeves de basis vormde voor het latere kasteel. Het gebied werd in leen gegeven aan een van de zeven geslachten van Leuven, namelijk de Van Rode’s. Deze kregen de bijnaam ‘Van Verteke’.

Van Montenaken

De broers Jan en Godfried van Montenaken vestigden zich in de buurt. Uit documenten uit 1374 blijkt dat de heren de cijnsgoederen in Vertrijk pachtten. Na aandringen van de abt van Affligem droegen ze het landgoed in 1377 over aan Godfried van Montenaken. In de aktes duikt vanaf dan de officiële naam ‘Ter Sluizen’ op.

Van Tudekem

Philips Van Tudekem (de oude) kocht de cijnsrechten en molenrechten van de Abdij van Affligem. Zijn zoon ridder Philips van Tudekem (de jonge) erfde de rechten van zijn vader en was in 1405 en 1406 alleszins pachter van de molen van Ter Sluizen.

Jan Van Borchoven

In 1428 kwam het kasteel in handen van Jan Van Borchoven. Deze maakte schulden en moest het kasteel doorgeven aan zijn schuldenaar, de heer Bartholomeus Van der Ee.

Van der Ee

Rond 1496 verkreeg Bartholomeus Van der Ee het kasteel van Kwabeek door de schulden van de vorige eigenaar. Het goed bleef vele generaties in handen van de familie Van der Ee. Na Bartholomeus erfde zijn zoon Jan Van der Ee in 1505 het domein.

Vanhouthem

Na de dood van Jan Van der Ee werd het kasteel van Kwabeek eigendom van zijn neef, Jan van Houthem.

Gasparini

De neef van Jan Van Houthem, Octavio Gasparini erfde het kasteel na het overlijden van Jan in 1587. Onder zijn bewind zou het kasteel van Kwabeek in 1630 verheven worden tot een burggraafschap, door zijn strategische ligging en ouderdom. Octavio mocht zich vanaf dan burggraaf van Quebeeck en heer van Vertrijk noemen.

Bosch

In 1668 verkochten de kinderen van Octavio Gasparini het kasteel aan Pierre Bosch om aan een schuld te voldoen.

De Kerpen

Pierre Bosch stierf in 1698. Zijn dochter en schoonzoon, Catherina Bosch en Dominique de Kerpen woonden daarna vermoedelijk tijdelijk in het kasteel.

Goupy

Heer Jozef Goupy kocht het domein in 1710 over van weduwe Catherina Bosch. Jozef was gehuwd met een naaste verwante van de familie de Kerpen. Verschillende familieleden van Goupy speelden een belangrijke rol in het postwezen van die tijd. Jozef Goupy werd in 1731 in de adelstand verheven door keizer Karel VI. Hij overleed ten gevolge van een hartstilstand in 1735. Zijn zoon, Jozef-Jacques Goupy, werd door dezelfde keizer in 1738 in de adelstand verheven tot burggraaf van Quabeck. Deze titel was erfelijk en overdraagbaar op alle afstammelingen. Omstreeks 1750 liet de familie verfraaiingswerken uitvoeren en een Franse parktuin aanleggen. In 1770 is Jozef-Jacques verplicht om een gedeelte van zijn eigendommen te verkopen maar de belangrijkste delen van het domein bleven behouden. François Goupy erfde het kasteel van zijn vader in 1784 en liet in 1789 de feodale attributen zoals de toren en ophaalbrug weghalen. Door de Franse Rrevolutie vluchtte de familie Goupy in 1794 naar Wenen. Het kasteel werd geplunderd door de Franse troepen en wat nog heel bleef, werd openbaar verkocht. Het kasteel zou 16 jaar blijven leegstaan tijdens hun afwezigheid.

De Wouters d’Oplinter Bouchout

Uiteindelijk kocht Alexander Goupy het domein over van zijn ouders in 1810, maar verkocht het in 1813 door aan ridder Philippe de Wouters d’Oplinter Bouchout. Na de dood van zijn vader erfde Ridder Auguste de Wouters d’Oplinter het kasteel. Na enkele jaren wisselde hij het om met zijn broer Leon, die in het bezit was van het kasteel van Roosbeek door zijn huwelijk. Leon kwam wonen in het kasteel van Kwabeek. Bij het overlijden van Leon verkreeg zijn oudste broer Alphonse alle rechten op het domein. Hij kwam hier zelf wonen en bracht verschillende renovaties en verbeteringen aan. Zijn zoon Lambert had echter geen interesse in het kasteel en verkocht het later dan ook door.

De Liedekerke

Graaf Robert de Liedekerke kocht het kasteel in 1893, maar overleed reeds 10 jaar later. In deze tijd liet ook hij een aantal verbeteringen uitvoeren waardoor het kasteel een neo-renaissance-uiterlijk kreeg.

Jacmart

De familie Jacmart kocht het kasteel in 1903. In 1914 plunderden de Duitse troepen het kasteel en het bleef daarna tot 1922 onbewoond.

Ernst de Bunswijck

In 1922 kocht baron Antoine Ernst de Bunswijck, secretaris-generaal van het ministerie van justitie, het kasteel over. Hij liet de nodige herstellingen uitvoeren, bouwde aan de achterzijde een dienstvleugel in dezelfde stijl als de rest van het gebouw en legde een terras aan langs de vijverzijde. Dit is hoe het kasteel er anno 2019 ongeveer uitziet. Zijn dochter, Thérèse, zou de laatste privé-eigenares van het kasteel worden.