Kasteel Ortegat
manor, mansion
4m
Oost-Vlaanderen, Vlaams Gewest

Het kasteeldomein Ortegat omvat een buitenplaats in neoclassicistische stijl met empire-elementen met bijhorend park in landschappelijke stijl uit de eerste decennia van de 19de eeuw

https://media.whitetown.sk/pictures/be/kasteelortegat/kasteelortegat.jpg
Previous names
Kasteel Ortegat, Kasteel Ortegat, Kasteel Ortegat
You need to sign in to save your wishes
Description

Het kasteeldomein Ortegat omvat een buitenplaats in neoclassicistische stijl met empire-elementen met bijhorend park in landschappelijke stijl uit de eerste decennia van de 19de eeuw. Het landhuis is één van de weinige gekende en bewaarde realisaties uit het architecturale oeuvre van architect Jean-Baptiste Dubois.

Historiek

Kasteel Ortegat, ook gekend als het kasteel van Waasmunster, was voorheen naar de bouwheer kasteel Vermeulen genaamd (confer oude prentkaarten). De naam kasteel De Bulck kwam eveneens voor, ontleend aan het toponiem van de locatie waar het kasteeldomein werd ingeplant. In de volksmond werd de benaming "Engelse hof" gebruikt die verwijst naar het landschapspark in Engelse stijl bij het kasteel. Ook de volkse benaming "De Wal" is een verwijzing naar een aspect van het kasteeldomein.

In 1797 verwierf de gefortuneerde Albertus Livinus Vermeulen uit Lokeren bij openbare verkoop diverse loten grond te Waasmunster afkomstig uit het omvangrijke domein van de afgeschafte abdij van Roosenberg (1238-1797). Eén van de loten betrof zelfs het eigenlijke abdijgebouwencomplex. Deze abdijsite lag ten zuiden tussen de Hoogstraat en de Durme, niet ver van het latere kasteel Vermeulen. De aanvankelijke abdij van Roosenberg werd gesticht in 1238 op initiatief van Walter de Marvis, bisschop van Doornik, op een plaats te Waasmunster genaamd Hoogendonck naast de Durme (ter hoogte van de Abdij van Roosenberglaan). Dit victorinnenklooster evolueerde snel tot een gezaghebbende abdij. Ondanks de noodzakelijke en herhaaldelijke heropbouw kende de Roosenbergabdij nog een grote bloeiperiode in de 17de en 18de eeuw. Het goed van deze monumentale abdij werd in 1797 aangeslagen en openbaar verkocht.

Volgens een figuratieve kaart van 1639 van het kloostergoed was het perceel grond tegenover de toegangsdreef en de "priesteragie" van de abdij van Roosenberg "den bulck" genaamd. Op "den bulck", een deels beboomd groot perceel (confer de kabinetskaart van de Ferraris van 1770-1778), kwam na de openbare verkoop het kasteel Vermeulen als buitenverblijf tot stand. De gebouwen van de abdij Roosenberg I op het Kloosterbroek vervielen in puin en waren in 1825 zo goed als volledig verdwenen.

Albertus Livinus Vermeulen was in 1767 geboren te Lokeren als zoon van Benedictus Jacobus Vermeulen (overleden te Lokeren in 1813) die het ambt van burgemeester van Lokeren heeft bekleed. In de overlijdensakte van de ongehuwde Albertus Livinus Vermeulen, eigenaar te Brussel, is vermeld dat hij 2 januari 1820 overleed te Waasmunster op zijn kasteel. Dit bevestigt de aanwijzing van Albertus Livinus Vermeulen als bouwheer van het kasteel.

Het kasteel kwam nadien in bezit van zijn neef Jean-Baptiste Vermeulen (1788-1872), de enige zoon van zijn broer Pierre-Jacques Vermeulen de Mianoye 1761-1817). Jean-Baptiste Vermeulen huwde in 1819 te Gent met Mélanie-Louise-Agathe Dons. Het buitengoed te Waasmunster bleef ruim een eeuw bezit van de familie Vermeulen.

Het voormalige zomerverblijf van de familie Vermeulen is van een zeldzaam geworden en heel representatief type landhuis dat door welstellende burgers en grootgrondbezitters sinds eind 18de- begin 19de als buitenplaats werd gebouwd. Het kasteel Vermeulen werd begin 19de eeuw uitgevoerd in neoclassicistische stijl met empire elementen, naar ontwerp van architect en beeldhouwer Jean-Baptiste Dubois (Arquennes 1762-Dendermonde 1851). De precieze bouwperiode en het tijdstip van het ontwerp van het zomerverblijf is echter niet met zekerheid gekend. Een aantal auteurs geven 1813 als bouwjaar aan en daarnaast komt, vooral in de lokale literatuur, 1818 als bouwjaar voor. Gezien het jaartal 1813 in een plintsteen bij de linker gevelhoek van het koetshuis voorkomt kan worden aangenomen dat de bouw van het kasteel omstreeks dat tijdstip (of vroeger?) werd gerealiseerd. De jaarsteen draagt tevens de inscriptie: "A.V.M.C", misschien staand voor Albert Vermeulen constru(x)it en in dit geval een aanwijzing van de bouwheer.

Een prent uit 1825 van B. de Loose geeft het kasteel weer met omringend park. Op het primitief kadasterplan (1828) van Waasmunster is het kasteel Vermeulen, met vijvers, walgrachten en bijgebouw aangeduid. In de primitief aanwijzende tabel van het kadaster (van of voor 1834) staat Jan Bt. Vermeulen, rentenier te Gent geregistreerd als eigenaar van verschillende percelen van het kasteeldomein.

Het kasteeldomein werd onder Jean-Baptiste Vermeulen gefaseerd uitgebreid. In 1855 werd in het zuidwesten een wijziging van afhankelijkheden van het kasteel kadastraal genoteerd na samenvoeging van percelen: een stal en twee woningen werden opgericht (voormalige boswachterswoning van het kasteel). Door kadastrale samenvoeging van percelen werd het aanvankelijke park vergroot. In 1856 werd dit perceel aan de noordoostzijde (Belselestraat) vergroot met zeven percelen na afbraak van huizen tot één perceel, toen gekadastreerd als lusttuin. In 1868 werd de sloop genoteerd van een aanpalende hoeve aan de Belselestraat. Na rechttrekking van de Belselestraat volgde nog voor 1892 (confer de topografische kaart) een aanzienlijke vergroting van het lustpark. Door samenvoeging van twee percelen (gekadastreerd als lustbos) was het parkdomein namelijk noordwaarts verlengd. Door verlegging van de perceelgrens westwaarts werd het parkdomein, vanaf ter hoogte van het kasteel verbreed tot één perceel (kadastermutatie 1904).

Naar verluidt werd het kasteel vanaf omstreeks 1900 in gebruik genomen als buitenverblijf door de vooraanstaande Gentse familie Ortegat. Sinds begin 1919 is de buitenplaats van de familie Vermeulen overgegaan in bezit van de familie Ortegat aan wie het kasteel nog zijn huidige gebruikelijke benaming ontleent. Hyppolyte Ortegat kocht het kasteeldomein aan. Zijn zoon Louis Ortegat (1891-1970) verkreeg in 1965 de adellijke titel van ridder die wordt overgedragen op de eerstgeboren mannelijke afstammeling.

https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/88406