Het domein van Obbeek omvat een landhuis met voorhof in kiezel op een omgracht en omhaagd perceel
Het domein van Obbeek omvat een landhuis met voorhof in kiezel op een omgracht en omhaagd perceel. Landhuis Obbeek is een 18de-eeuws bakstenen dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen op een verhoogde begane grond en onder een kunstleien zadeldak met een klokkenruitertje en een windvaan met eenhoornmotief.
Historiek
Het landhuis Obbeek schijnt halverwege de 18de eeuw als jachtverblijf te zijn gebouwd door Charles-Antoine de Horion. Het gebouw bleef verder familiebezit; in de primitieve kadastrale legger wordt de weduwe van Mathijs-Jacques de Horion nog als eigenares aangehaald. De familie liet haar sporen na in het huidige pand onder de vorm van een terugkerend eenhoornmotief, dat naar het familiewapen verwijst. Het omwald goed bleef ongewijzigd tot 1851, toen een deel van het L-vormig gebouw werd gesloopt. In 1885 werden er percelen samengevoegd, vermoedelijk naar aanleiding van de aanleg van het landschappelijk parkje.
De kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) geeft op de locatie van het huidige landhuis enkele losstaande gebouwen bij een waterpartij weer. Vandermaelen beeldt de “Ferme Obbeek” op zijn topografische kaart (1846-1854) af binnen een nagenoeg vierkante omgrachting. De kaart van het Dépôt de la Guerre (terreinopname 1868, uitgave 1877) stelt het parkje voor binnen de vierkante gracht. Over de gracht loopt een 800 meter lange dreef naar een lustbos ten noordwesten.
Beschrijving
Het landgoed bevindt zich in het gehucht Ubbersel, in de vallei van de Mangelbeek. Het landhuis is een bakstenen dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen op een verhoogde begane grond en onder een kunstleien zadeldak met klokkenruitertje en windvaan met eenhoornmotief. Links en rechts is het gebouw uitgebreid met zijdelingse aanbouwen onder leien lessenaarsdaken. De voorhof wordt links en rechts afgeboord door haakse dienstgebouwen onder pannen zadeldaken. Het linkse gebouw schijnt voorheen als wagenhuis te hebben gefungeerd. Voor het rechtse gebouw prijkt nog een kleine vrijstaande constructie onder pannen zadeldakje (voormalig bakhuis?).
De strak symmetrische façade heeft een centrale toegangsdeur met een kalkstenen latei, waarboven een bovenlicht, het geheel in een vlakke kalkstenen omlijsting op neuten. Het bovenlicht vertoont een elegante roedeverdeling en is ingevuld met een glasraam met centraal heraldisch motief bekroond door een eenhoorn. Over de gevel zijn naast drie keldervensters in vlakke kalkstenen omlijsting negen rechthoekige vensters verspreid, met kalkstenen boven- en onderdorpels en voorzien van luiken. Een driehoekig fronton met oculus bekroont de middentravee. Kroonlijsten op modillons boorden het gevelvlak af. De achtergevel vertoont dezelfde structuur als de voorgevel, maar de twee rechtse gelijkvloerse traveeën gingen verloren door de constructie van een onelegante aanbouw omstreeks 1950. De zijgevels gaan gedeeltelijk schuil achter de zijdelingse aanbouwen, maar vertonen daarboven aandaken en vlechtingen en zijn voorzien van een aantal getoogde vensters.
De zijdelingse aanbouwen, overigens ook met vlechtingen, sluiten vooraan symmetrisch aan bij het hoofdvolume, elk voorzien van een elegante houten enkeldeur met bovenlicht en een bekronend zolderluik. De bovenlichten hebben een elegante roedeverdeling rond een centraal ruitmotief. De dienstgebouwen en het bakhuisje zijn alle in baksteen uitgevoerd, met aandaken, vlechtingen en topstukken. In de koergevel van het rechtse dienstgebouw is de grafsteen ingemetseld van J. Ghysens, zoeaaf van het pauselijk leger, dodelijk gekwetst tijdens de slag van Castelfidardo en te Obbeek overleden op 4 maart 1863.
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/22501