Domein rond een L-vormig waterkasteel, gebouwd als 'huis van plaisantie' rond 1600 bij een watermolen met een historisch tuinperceel van 2 hectare
Domein rond een L-vormig waterkasteel, gebouwd als 'huis van plaisantie' rond 1600 bij een watermolen met een historisch tuinperceel van 2 hectare. Het kasteel met koetshuis werd herbouwd rond 1750 en renaissancistisch gerestaureerd in 1928-1932 onder leiding van architect Paul Saintenoy. Toen werd ook de tuin historiserend heraangelegd overeenkomstig een 18de-eeuwse figuratieve kaart; monumentale onderaardse kelder met graatgewelf uit 1836 in het sterrenbos. De huidige molen dateert uit de 19de eeuw.
Historiek
Het kasteel werd reeds vermeld in de 15de eeuw en de watermolen wordt sinds de 15de eeuw vermeld als eigendom van de heren van Capelle. Het kasteel kende verschillende eigenaars en werd in de jaren 1580 verwoest tijdens de godsdienstoorlogen. In 1587 werd het goed verkocht aan Lodewijk Verreycke, diplomaat en eerste secretaris van Filips II. Hij liet de verwoeste watermolen waarschijnlijk herstellen in 1588. Verreycke liet ook het kasteel herbouwen rond 1596 en 1606, af te leiden uit de ankers op de westelijke vleugel.
In 1695 werd het kasteel verwoest en geplunderd door de troepen van Lodewijk XIV. Het goed blijft in handen van de familie Verreycke tot 1754. In de jaren 1750 werd het kasteel verbouwd, waarschijnlijk al door de nieuwe eigenaar, Joseph-Adrien Anne, die het kasteel in 1754 aankocht (tot 1858). De gebouwen werden aangepast aan de smaak van de tijd en de kruiskozijnen werden toen vervangen door de huidige hoge muuropeningen. Eveneens werden de dienstvleugels ten noorden afgebroken zodat het huidige L-vormige grondplan ontstond, die voorkomt vanaf de Ferrariskaart (circa 1771-1775). In 1794 werd het kasteel nogmaals geplunderd.
De huidige configuratie van het kasteel kwam al voor op het primitief kadaster (circa 1823). Nadien werden er geen wijzigingen meer geregistreerd aan het grondplan. De watermolen komt eveneens in zijn huidige configuratie al voor op het primitief kadaster.
Vanaf de 19de eeuw werd het kasteel door erfenis eigendom van de families Villers-Masbourg (1824), Huysman d’Honssem, de Nieulant, ’T Serclaes de Norderwyck en ten slotte in 1910 van de Ghellinck-Vaernewyck. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was het kasteel een onderkomen voor vluchtelingen uit West-Vlaanderen en leed het schade door de ontploffing van een zeppelin op het vliegveld van Zellik. Een eerste voorstel tot bescherming van het kasteel kwam er al in 1928 op initiatief van de "Touring-Club de Belgique". In het verslag van briefwisselend lid, J.-B. Siebenale, van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, wordt verwezen naar de vervallen toestand van het kasteel ten gevolge van de oorlog. Marc de Ghellinck, de toenmalige eigenaar, wou het kasteel voorzien van modern comfort en startte met de restauratie van het kasteel in samenspraak met architect Paul Saintenoy (1862-1952). De restauratie vond plaats tussen 1928 en 1933. Men wou het kasteel herstellen in Vlaamserenaissance-stijl en herinrichten. Architect Leo van Bever was verantwoordelijk voor de buitenrestauratie, Paul Saintenoy voor de binnenrestauratie. De witte pleisterlaag uit de 18de of 19de eeuw werd van de gevels verwijderd, zodat de gebouwen terug hun bak- en zandstenen uitzicht kregen. In het interieur werd onder andere de hoofdtrap in empirestijl vervangen door een trap waarvoor 17de-eeuwse balustrades werden gebruikt en een aantal schouwen werden terug blootgelegd. Verder veranderde er ook een aantal ruimtes van functie en werden er kleinere kamers tot een grote eetzaal omgevormd. In de donjon werd de bepleistering van de ontvangstzaal op de gelijkvloerse verdieping met gewelf verwijderd zodat de natuursteen opnieuw bloot kwam te liggen. Het huidige uitzicht van het kasteel is nog steeds het resultaat van deze restauraties. Hierna gebeurden er geen grote aanpassingen meer aan het kasteel en het bijhorende domein.
Op 1 mei 1944 stortte er een Amerikaanse bommenwerper neer op het domein ten oosten van het kasteel, de resten hiervan werden in 2001 opgegraven door de Belgian Aviation History Association (BAHA). Over het domein Nieuwermolen en zijn kasteel is over het algemeen weinig bekend, een grondig onderzoek zou hier op zijn plaats zijn.
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/39061