Het kasteel combineerde een "maison de plaisance" met een landbouwfunctie
Het kasteel combineerde een "maison de plaisance" met een landbouwfunctie. Het oorspronkelijke, rudimentaire aanlegpatroon bleef grotendeels bewaard, maar het gros van de beplantingen dateert van na de Eerste Wereldoorlog. Het domein is gelegen ten noordwesten van de dorpskern van Sint-Ulriks-Kapelle en ten zuiden van de autosnelweg E40, en heeft twee toegangsdreven van op de Lumbeekstraat die elkaar kruisen voor de toegang tot het kasteel.
Het kasteel
Historiek
Op de Ferrariskaart (circa 1770-1778) is reeds een omwalde site met gebouwen zichtbaar op deze locatie. Deze site stond nog niet weergegeven op een kaart van circa 1734 van Sint-Ulriks-Kapelle in het kaartenboek van de abdij van Groot-Bijgaarden. Bij de bouw van het nieuwe kasteel in 1773 bleef de oude omgrachting behouden met waarschijnlijk enkele wijzigingen: de oostelijke en de zuidelijke grachtarm werden rechtgetrokken ten opzichte van de Farrariskaart. Van de oorspronkelijke bebouwing op de site bleef niets bewaard in tegenstelling tot wat Verbesselt beweert, namelijk dat de twee hoektorens op de zijvleugels een overblijfsel zijn van een ouder kasteel op deze site. De naam van het nieuwe kasteel zou volgens Verbesselt afkomstig kunnen zijn van het kasteel van Kapelle (Walleweg nummers 3 en 5), gelegen ten oosten van het dorpscentrum, dat oorspronkelijk een motte was.
Architect Laurent-Benoît Dewez die in 1773 het kasteel bouwde was hofarchitect onder landvoogd Karel van Lotharingen (1741-1780) van 1767 tot 1780 en vertegenwoordigde de classicistische bouwstijl in de Oostenrijkse Nederlanden. Tot zijn belangrijkste realisaties hoorden onder andere het kasteel van Seneffe in Henegouwen (circa jaren 1760) en het tuchthuis in Vilvoorde (circa 1770). Zijn grafsteen bevindt zich in de kerk van Groot-Bijgaarden. Hij bouwde het kasteel voor zijn schoonmoeder, Petronella Servaes, de weduwe van Pierre-Jozef Mertens (zie ingemetste steen in de westgevel van het hoofdgebouw "Me Posuit/ P. Servaes Vid/ P.J. Mertens/ 1773"). In een artikel in het tijdschrift "Nos Châteaux historiques" (1934) wordt verkeerdelijk beweerd dat Dewez het kasteel voor zichzelf bouwde.
Het kasteel werd kort na de bouw in, 1822 of 1823, verkocht aan Philippe-Joseph-Antoine de Coullemont de Waterleet. Zijn grafsteen staat aan de binnenzijde van het plein tegen de afsluitingsmuur. Na zijn dood kwam het kasteel in handen van zijn erfgenamen en wisselde gedurende de 19de eeuw en begin 20ste eeuw verschillende malen van eigenaar.
Pas eind 19de eeuw werd het park uitgebreid en kon de toegangsdreef die van noord naar zuid loopt doorgetrokken worden tot aan de straat, weliswaar met een gebogen tracé. De samenvoeging van deze gronden werd op het kadaster geregistreerd in 1895. Het park kreeg eind 19de - begin 20ste eeuw ook een wat meer "landschappelijk" uitzicht, onder andere door het aanplanten van enkele bomen op het kasteeleiland. Toch bleven de laat-18de-eeuwse patronen bewaard.
Tussen de twee Wereldoorlogen was het kasteel eigendom van de familie Crützen de Velden. Deze eigenaar bezat het domein van 1930 tot 1941 (zie gedenksteen uit 1931 aan de binnenzijde van de tuinmuur – rechts naast de toegang). In 1941 werd het aangekocht door graaf François-Amedée Visart de Bocarmé (1898-1944). In 1952 wordt een eerste wijziging aan het kasteel geregistreerd op het kadaster, namelijk de nieuwe keuken die gebouwd werd tussen de hoofdvleugel en de oostelijke zijvleugel. In het park werd ten zuidoosten van het kasteel in het verlengde van een toegangsdreef in 1966 een schuur geregistreerd. Het goed bleef in handen van de erfgenamen van Visart de Bocarmé, tot de gemeente het kasteel met omringend park aankocht op 29 juni 1981. In 1994 startte de restauratie die opgedeeld werd in drie fases en recent afgerond werd. De restauratie bracht het exterieur van het kasteel terug in zijn oorspronkelijke toestand en in het interieur werd het gebouw aangepast aan zijn nieuwe functie als cultuurcentrum. In de hoek tussen het hoofdgebouw en de oostelijke vleugel werd een vroegere keuken afgebroken en vervangen door een nieuw zaaltje, in de westelijke hoek werd ook een nieuwe ruimte opgetrokken, beide van één bouwlaag.
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/39060