Kasteel Bosdam
manor, mansion
3m
Oost-Vlaanderen, Vlaams Gewest

Kasteel Bosdam heeft veel generaties gehuisvest

https://media.whitetown.sk/pictures/be/kasteelbosdam/kasteelbosdam.jpg
Previous names
Kasteel Bosdam, Kasteel Bosdam, Kasteel Bosdam
You need to sign in to save your wishes
Description

Kasteel Bosdam heeft veel generaties gehuisvest. Van gegoeden, adel tot zelfs enkele geestelijken. Sedert 2011 woont de familie Van den Berge-Olugo op dit unieke domein.

Voor het Bosdamkasteel moeten we ons verplaatsen naar het Oost-Vlaamse Beveren dat, met de fusie van 1977, de gemeenten Doel, Haasdonk, Kallo, Kieldrecht, Melsele, Verrebroek en Vrasene kreeg toegevoegd. Groot-Beveren, met haar 157 km² de grootste gemeente van Oost-Vlaanderen, leven ca. 48.000 inwoners.

Vertrekkend vanop de Grote Markt te Beveren, richting Gent, ligt onmiddellijk vooraan in de Oude Zandstraat links het Bosdamkasteel.

Voor de oprichting van het Bosdamkasteel bevond zich op dezelfde plaats een hof van plaisantie, Kretenborch (ook Cretenborch) geheten en die hofstede werd reeds vermeld in de 16de eeuw.

De vroegst gekende eigenaar van Kretenborch was Jakob Danssaert, schildknaap; schepen te Beveren; enz. Jakob Danssaert, zoon van Jan Danssaert, huwde met Maria Rondeel, dochter van Jan Rondeel en van Josina de Kever. Jakob Danssaert I overleed te Beveren op 22 november 1538 en werd in de Sint-Martinuskerk aldaar begraven.

Na Jakob I Danssaert werd zijn oudste zoon, Jan II Danssaert, eigenaar van Kretenborch. Jan II huwde rond 1550 met Clara Ben, die te Beveren overleed op 16 november 1569. Op dat ogenblik was Jan II Danssaert reeds overleden (te Beveren op 10 augustus 1566), waardoor hun zoon, Jakob III Danssaert, de hofstede Kretenborch erfde.

Jakob III Danssaert, advocaat van de Raad van Vlaanderen; baljuw van de heerlijkheden Levergem, Doorn en Ter Beeckx; enz… maakte gedurende 39 jaar deel uit van het bestuur van Beveren (als griffier en als schepen).

Hij huwde met Maria Zaman en verbond zich na haar dood, in een tweede huwelijk met Clara van Vlierden (+ 23 april 1632).

Jakob III Danssaert overleed op 5 september 1632 -op 74-jarige leeftijd- en werd op zijn hofstede Kretenborch opgevolgd door zijn zoon Gillis.

Jonkheer Gillis Danssaert (Beveren 13 januari 1591 - Waasmunster 10 december 1650), heer van Ter Varent onder Bazel; schildknaap; hoofdschepen van het Land van Waas; enz., huwde met Margaretha van Steelant (22 augustus 1659). Op 22 maart 1644 verkocht het echtpaar Danssaert-van Steelant de hofstede Kretenborch voor 900 gulden aan Jan de Leeuw, zoon van Gillis de Leeuw, Stadhouder en meier van Melsele.

Jan de Leeuw (+ Beveren 1674), schepen te Beveren, huwde -te Haasdonk op 1 september 1647- met Josine Wauman (+ 1661), dochter van Thomas Wauman (+30 september 1635), schepen te Haasdonk, en van Maria Snouck.

Na de dood van haar vader erfde Anna-Maria de hofstede Kretenborch. Anna-Maria de Leeuw huwde in 1676 met Jan-Baptist Dullaert, baljuw van het Land van Saeftinge; stadhouder van Beveren; enz., weduwnaar van Joanna van Goethem.

De echtelieden Dullaert-de Leeuw namen hun intrek op een grote hoeve te Doel en verhuurden Kretenborch aan Petrus van den Heuvele, dokter.

Jan-Baptist Dullaert overleed te Doel op 19 april 1694, waarna Anna-Maria de Leeuw hertrouwde -te Doel op 22 juni 1695- met Jan Vergauwen, stadhouder van Kieldrecht-Doel. Zij verhuurden Kretenborch in 1696 aan Antoon van Damme, advocaat.

Op 30 mei 1697 verkochten Jan Vergauwen en Anna-Maria de Leeuw: "zeker huis, schuur en stallingen, met alle de edifitiën, mitsgaders landerijen, ca. 2,5 gemet groot" voor 2.000 gulden aan Adriaan Maes, die de koop had gesloten voor zijn zoon Jozef Maes.

Jozef Maes was -op 27 maart 1681- gehuwd met Catharina de Leeuw, zus van Anna-Maria de Leeuw en Adriaan Maes was getrouwd met Anna Dullaert, die een zus was van Jan-Baptist Dullaert, de eerste echtgenoot van Anna-Maria de Leeuw.

Jozef Maes, meier te Kallo, had slechts één dochter, Anna-Catharina, die haar vader opvolgde op Kretenborch.

Anna-Catharina Maes (1682-1752), huwde -te Beveren op 26 november 1707- met Pieter Baert (1671-1759), schepen en burgemeester van Beveren, zoon van Jan Baert (+ 1676) en van Catharina Vanderbraecken (+ 1682).

In het huwelijk Baert-Maes zagen -tussen 1708 en 1724- tien kinderen het levenslicht, die bijna allen jong stierven. Slechts één dochter bereikte de volwassen leeftijd: Isabella-Clara (1713-1804).

Isabella-Clara Baert huwde -te Beveren op 23 oktober 1737- met Christiaan-Norbert Wouters (1711—1786), licentiaat in de beide rechten; heer van Sijsele; enz., zoon van Christiaan Wouters en van Susanna-Maria Forckaert.

Christiaan-Norbert Wouters herbouwde rond 1758 de hofstede en herdoopte zijn eigendom in "Bosdamkasteel".

De priesters Michael en Franciscus Wouters bewoonden het Bosdamkasteel tot aan hun dood, respectievelijk in 1820 en 1828, waarna hun zus, Maria-Isabella Wouters, het Bosdamkasteel openbaar liet verkopen.

Op 13 mei 1828 kocht Antoon-Frans Versmessen het Bosdamkasteel, voor 8.500 gulden, voor zijn zus, Maria-Catharina Versmessen (1776-1857), douairière van Charles-Eugène de Villers du Fourneau (Mechelen 17 december 1780 — 9 november 1819), dochter van jonkheer Antoon- Hubert Versmessen, schepen te Beveren, en van Maria-Francisca Nijs.

Het echtpaar de Villers du Fourneau-Versmessen had zes kinderen, waarvan er vier vroegtijdig overleden.

Marie-Virginie de Villers de Fourneau erfde het Bosdamkasteel. Zij was -te Brussel op 9 mei 1827- gehuwd met Walerand-Pierre-François-Joseph, baron de Maleingreau d’Hembise.

Walerand-Pierre, baron de Maleingreau d’Hembise (1793 - Beveren 9 december 1869) en Marie-Virginie de Villers de Fourneau (1801 -Beveren 8 augustus 1875) hadden zes kinderen, waarvan er vier hun ouders overleefden.

Cécile-Sophie-Joséphine de Maleingreau d’Hembise (Brussel 9 september 1835 - Beveren 13 maart 1929), erfde het Bosdamkasteel met 2 ha 92 a 10 ca grond. Zij huwde met Léon-Baudouin-Louis-Oscar-Joseph-Ghislain, ridder van Male de Ghorain (Sint-Jans-Molenbeek 11 december 1837 - Beveren 5 december 1913), doctor in de politieke en sociale wetenschappen; eigenaar te Sint-Joost-ten-Noode; enz., zoon van Josse, ridder van Male de Ghorain (1803-1886), en van diens eerste echtgenote, Pétronille Popelaire de Terloo (1812-1851).

Lucien-Baudouin-René, ridder van Male de Ghorain verwierf het Bosdamkasteel dat hij bewoonde tot aan zijn dood op 12 september 1950.

Zijn erfgenamen verkochten het kasteeldomein in 1951 aan Hector Cuelenaere-Potvliege uit Maldegem, waarvan de erfgenamen het goed -met een oppervlakte van rond de 6.300m²- verkochten aan dokter Antoine Busschaert-Weyn. Het overige deel van het kasteeldomein werd verkaveld in Bosdamwijk 1 en Bosdamwijk 2.

Na belangrijke aanpassingswerken nam de nieuwe eigenaar zijn intrek in het Bosdamkasteel.

https://www.kasteelbosdam.be/geschiedenis.html

De familie Busschaert verkocht het kasteelgoed in de jaren 80 aan de Antwerpse reder van Tunesisch afkomst A. Labiad-Philips.

Deze verkocht het midden jaren 90 aan de familie Eggermont welke het goed in 2011 verkochten aan de familie Van den Berge-Olugo.

Het Bosdamkasteel is dus sedert 1951 particulier bezit en bijgevolg niet toegankelijk voor bezoekers. Wel kan het goed vanop de openbare weg waargenomen worden. Ook was zowel het exterieur als interieur te zien in diverse TV programma's in Nederland en België.

Stukken overgenomen uit het boekwerk "Van kasteel naar kasteel" door Paul Arren.

https://www.kasteelbosdam.be/geschiedenis.html